Beschrijving:
Beweren dat taal verandert, is een open deur intrappen, maar hoe klein de veranderingen soms ook zijn, steeds weer zie je dat die aanleiding kunnen geven tot heftige discussies en emotionele reacties. Het gaat dan al vlug over wat men zelf ‘altijd geleerd heeft’, over taalfouten die steeds meer gemaakt worden en over taalverloedering. De taalkundige die de veranderingen beschrijft, kijkt meestal onwennig naar die reacties. Hij kan zijn activiteit alleen maar verantwoorden met de boodschap dat taal niet inherent goed of fout is, dat elke natuurlijke taal constant in beweging is en dat we op ontwikkelingen in de taal niet echt veel vat hebben. In dit artikel sta ik stil bij de spanning tussen descriptie en prescriptie, en de rol die het geheugen daarin speelt.