jg. 2016, nr 2 Taalwerk Meer woorden en meerwoorden: een meerwaarde! – June Eyckmans en Griet Boone

Beschrijving:

Nadat woordenschatverwerving decennialang in het verdomhoekje zat binnen de vreemdetalendidactiek, kent de lexicale dimensie van taal sinds de jaren 90 van de vorige eeuw een ware heropleving. Wellicht is dit een logisch gevolg van de ‘Communicatieve Methode’, die vanaf de jaren 80 furore maakt. Per slot van rekening zijn het de woorden van een taal die de betekenis dragen. Stephen Krashen, de man die communicatief taalonderwijs mee op de kaart zette, zei het al op een conferentie over vreemdetaalverwerving in 1987: ‘Learners carry dictionaries, not grammar books’. Hij herhaalde hiermee de betrachting van de Britse taalkundige David Wilkins, die met de vaak geciteerde zin ‘Without grammar very little can be conveyed. Without vocabulary nothing can be conveyed’ de centrale rol van woordenschat in de kijker wilde zetten
(Wilkins, 1972:111-112).
Ook op onderzoeksvlak is de aandacht voor woordenschatverwerving toegenomen, onder meer door de opkomst van de corpuslinguïstiek. Dat heeft geleid tot een heleboel nieuwe inzichten in de toegepaste taalkunde over hoe we nieuwe woorden in een vreemde taal verwerven en over het belang van meerwoordcombinaties in ons taalgebruik. Op een aantal van deze inzichten gaan we in deze bijdrage verder in. We staan ook stil bij het belang van de woordenschatomvang bij het leren van een vreemde taal en we brengen verslag uit van een kleinschalig onderzoek dat we voerden bij studenten Duits.