[Herinneringen] Over taal: een forum voor wie weinig aan bod komt

Bruno Comer

In 2007 hield ik een voordracht voor de vereniging van bedrijfsjournalisten over de manier waarop je het portret van iemand schrijft. Ik had daarvoor mijn mosterd gehaald bij de Belgisch-Franse journaliste Christine Ockrent. Onder de toehoorders bevond zich Marianne Boone, die toen deel uitmaakte van de redactie van Over taal. Zij vroeg me de inhoud van mijn voordracht samen te vatten in een artikel en zo kwam ik in contact met dit blad.

Er volgde nog een artikel over de manier hoe je een goede titel verzint en ik maakte een vergelijking tussen de journalistieke schrijfstijl van Marnix Gijsen (de ‘stem uit Amerika’, een radiopraatje uit de jaren vijftig en zestig) en Frans Verleyen, de vroegere hoofdredacteur van Knack. Zij vertegenwoordigen twee generaties van columnisten en zijn elk op hun manier richtinggevend geweest.

Later stapte ik over naar interviews. Op die manier kreeg ik de kans mensen te ontmoeten die op de meest diverse manieren met taal bezig zijn: aforistici en taalhistorici, journalisten en recensenten, copywriters en woordenboekensamenstellers. Zelf ben ik geen filoloog, wat het voordeel oplevert dat je met een onbevangen blik interviewt. Maar wellicht zou een specialist meer gerichte vragen hebben gesteld.

Hoe dan ook mocht ik telkens een boeiend gesprek voeren, dat ik met plezier uitschreef. De geïnterviewden hebben heel wat op hun actief, maar krijgen niet altijd de aandacht die hen toekomt. In Over taal vonden ze een forum, waarvan ze dankbaar gebruik maakten. Ongetwijfeld is dit een van de vele grote verdiensten van dit tijdschrift.

 

Bruno Comer studeerde rechten aan de KU Leuven en bracht zijn loopbaan grotendeels door bij KBC als bedrijfsjournalist. Hij is auteur en publicist, en vast medewerker van Over taal.